De tweede wet van Newton luidt F = m * a en heeft wel wat te maken met wrijving, maar niet bij het bepalen van de wrijving. Dat is middelbare school stof en als dat al niet bekend is weet ik niet hoe ik de wrijvingscoefficient duidelijk moet maken. (gemeen heh, instinkers?)
Geloof me nou maar dat elke ingenieur een wrijvingskracht met de bekende formule berekent:
Fw = µ * Fn
De ingenieur weet wat de normaalkracht is, welke materialen er gebruikt zijn en welk soort wrijving er plaats vindt. (statisch of dynamisch, vervormend, moleculair of een combinatie)
In een tabellenboek kan hij de betreffende wrijvingscoefficient tussen de twee materialen opzoeken en het maakt niet uit hoe groot het oppervlak is, µ tussen twee materialen is onafhankelijk van de grootte van het oppervlak en onafhankelijk van de grootte van de normaalkracht.
Dit zijn geen loze beweringen van mij, maar feiten die bewezen zijn en overal gebruikt worden. Een andere uit dat rijtje: de Aarde is niet plat.
Het voorbeeld uit de F1 heb ik volgens mij ook al redelijk verklaard in een voorgaande post.