Bouwverslag Top Flite C-47 Dakota (DC-3)

Zoals bijna bij elk bouwproject, begon ook dit met een “makkie”. Even het stabilo overslaan en simpel met de hoogteroeren beginnen. Plaatje balsa, voorlijstje, wat blokjes voor de scharnieren, ribbetjes en klaar is kees. Maar zoals gewoonlijk is de praktijk wat hardnekkiger.

Volgens de bouw beschrijving moest de balsa kern haaks op voorlijst de gelijmd worden. Niet zo simpel als het lijkt want het plaatje balsa is maar 2,5 mm dik en dat is geen dikte die uit zichzelf haaks blijft staan.

Eigenzinnig als ik ben toen de bouwbeschrijving maar even opzij gelegd en eerst de blokjes voor de scharnieren op de kern gelijmd. Dit gaf in ieder geval aan de voorkant een oppervlak dat wel breed genoeg is.


normal_dakota_001_W.jpg



Het haaks en vlak maken van de voorkant gaat dan heel eenvoudig met behulp van een alu kokerprofiel en een vel schuurpapier op de werkbank. Eitje


normal_dakota_002_W.jpg



Om de voorlijst er aan te lijmen kun je dan normaal gebruik maken van klemmetjes en de voorlijst zit er mooi haaks op.


normal_dakota_005_W.jpg



het verder oplijmen van de ribbetjes en afwerken is gewoon handenarbeid en ook het bouwen van het stabilo is eigenlijk “rechtuit” de bouwbeschrijving volgen en netjes werken.

Het scharnieren van het hoogteroer is door Top Flite helaas wat magertjes uitgewerkt. Hier heb ik de meegeleverde plastik stripjes die als scharnier dienst moeten doen maar in de doos gelaten en vervangen door Hobart scharnieren.

Door deze in de roeren verdiept te monteren. Door de voorrand rond te maken, met het scharnierpunt als hart, was het mogelijk deze op een wat “natuurlijker” manier te laten scharnieren.


normal_dakota_088_2_W.jpg




Voor de staartvin en het roer van de DC-3 zijn er twee opties. De eenvoudige “non scale” versie met een roer dat aan de voorzijde recht is en de wat moeilijker “scale” met een roer dat aan de voorzijde een knik heeft. Zelf heb ik gekozen voor de “scale” versie. Hierbij is nauwkeurig bouwen een vereiste, maar de handleiding is een goede leidraad.


normal_dakota_024_W.jpg



Waarom Douglas ooit gekozen heeft voor een roer dat aan de voorkant in tegenovergestelde richting uitdraait is mij overigens een kompleet raadsel. Ik kan nog steeds het nut er niet van inzien.
 
Ik heb het allemaal al mogen aanschouwen en kan dus weinig commentaar meer geven. Het enige wat ik te vertellen heb, is dat het mooi is dat hier een draadje over gestart is! :yes:


edit: toch nog wat gevonden. Hoort deze niet thuis in bij de schaalmodellen in plaats van bouwtips vliegende modellen?.....
 
Hee Huib,

Kijk dit zijn mooie berichten, een mooi begin van een bouwverslag van een mooie kist.

Het resultaat zal (jouw nu zo`n beetje kennende) ook wel schitterend worden.

IK blijf het volgen.

Douglas heeft voor een "apartere" manier gekozen voor een balansvlak dan de "standaard" balansvlakken.

Veelal zie je bij vliegtuigen de normale schaarbalansvlakken om de piloot "mee te helpen sturen".
De Decathlon bv heeft dit "standaard" balansvlak boven aan het richtingsroer zitten (zoals 90% van alle vliegtuigen).
decathlon21.jpg


Douglas heeft er voor gekozen om dit "schaar" gedeelte in het midden van het richtingsroer te maken ipv van standaard het bovenste gedeelte.


En ik ben het met Arvid eens dat dit wel in het rijtje "vliegende schaalmodellen" mag.

Grt en bouwse,
Berto.
 
Douglas heeft er voor gekozen om dit "schaar" gedeelte in het midden van het richtingsroer te maken ipv van standaard het bovenste gedeelte.

Dan nog denk ik dat het, door de dikte van het roer, alleen bij grote uitslagen effect heeft en bij kleine alleen maar turbulentie genereert aan de "lij" zijde. Kijk maar eens hoe dik dat roer in werkelijkheid is.

normal_SANY0061_W.jpg
 
Ter info: :teacher:

Berto heeft wel gelijk, het klopt dat er inderdaad grotere uitslagen voor nodig zijn om echt "mee te helpen" maar bij kleinere uitslagen heb je dit ook niet nodig. Als je ooit wel eens een Dakota bij fikse crosswind hebt zien opstijgen begrijp je wat ik bedoel. Dat rudder slaat echt alle kanten op!!! In dat geval is het wel handig om wat aerodynamische hulp te gebruiken.
Tweede reden is ook statisch balanceren. Alle roeren (Ja, ook het vertikale!) moeten zo gebalanceerd worden om het effect van flutter te verkleinen. Ook bij de moderne vliegtuigen zoals Fokker F50 en B747 is dit een noodzaak. Een naar voren uitstekend vlak maakt dit wat makkelijker.
 
Goed bezig Huib, en bij deze heb ik mezelf meteen even geabonneerd op dit bouwdraadje.
 
Na deze vingeroefeningen tijd dus om aan het meer serieuze werk te beginnen. De tekening van de romp op de werkbank geprikt, afgedekt, de draag”balken” en spanten er op geprikt en begonnen met de bovenste romphelft. Hoewel je best aanmerkingen kan maken op de kwaliteit van het gebruikte triplex voor de spanten, past het allemaal maar … 3mm triplex vind ik toch wat dun om huidplaten op te laten eindigen, hoewel dat eventueel nog zou kunnen, maar oplassen op die dikte kan ik niet echt solide noemen. Waar dit moest heb ik ze verdikt met wat balsa. Tweezijdig bij een las en eenzijdig op een eindpunt.


normal_dakota_008_W.jpg



De sparren zijn niet lang genoeg en moeten opgelast worden. In de handleiding is aangegeven op welke spanten deze lassen moeten liggen; niet alle lassen op hetzelfde spant. Heel opportunistisch wordt dan gezegd “… splice the stringer in the middle of the former …”. Natuurlijk is dat mogelijk op een spantdikte van 3 mm, maar of dat verstandig is? Zelf heb ik er voor gekozen om ter plaatse van het aangegeven spant een schuine las in de spar te maken. Of de las verticaal of horizontaal loopt is niet van belang.

De sparren passen overigens niet altijd even netjes in de voorgesneden spanten. Op verschillende plaatsen was het noodzakelijk om een vulstukje te plaatsen.

normal_dakota_030_W.jpg



Bij de bouw van dit model is al in een vroeg stadium een incidence meter nodig om het stabilo te stellen. Deze moet +1 graad staan t.o.v. het bouwbord. Hoe dat te doen, staat keurig in de handleiding.

Minder duidelijk is de plaats van de staartvin. Hier verschilt de handleiding ten opzichte van de tekening. Kennelijk is in de loop van de productie de staartvin gewijzigd. Op de tekening staat hij tegen spant 10 en op de foto’s van de handleiding zit hier meer dan 1,5 cm tussen.

normal_dakota_009A_W.jpg



normal_dakota_009B_W.jpg


Na wat passen en meten blijkt de tekening juist en kon de staart geplaatst worden.

Een apart probleem was het plaatsen van het stukje beplating tussen de staart en het stabilo. Douglas heeft hier de grap uitgehaald om de beplating van de bolle romp over te laten gaan in een hol vulstuk. Boeiend om dat na te maken. Dit stuk heb ik nog nat en met veel pinnen gebogen. Later heb ik dat anders gedaan, maar daarover verderop.


normal_dakota_022_W.jpg



Het is van belang om het stophout onder het stabilo in deze fase te laten zitten. Bij het buigen en lijmen wordt zo af en toe nogal wat druk uitgeoefend wat tot gevolg zou kunnen hebben dat een en ander gaat torderen. Om dezelfde reden is het ook belangrijk om hout dat nat geweest is, voor het lijmen eerst goed te laten drogen. De droogkrimp van balsa is zeker niet te onderschatten.

Bij het “beplaten” van de romp is het noodzakelijk de balsa delen rond te buigen. In de handleiding wordt geadviseerd de platen nat op de romp op te spannen, echter bij deze methode blijven de randen altijd iets omhoog staan. Op het linker deel van de foto is dat duidelijk te zien.


normal_dakota_013-014_W.jpg



Door de platen vooraf met een buigijzer (in dit geval een folie strijkijzer op max. temperatuur) warm te buigen is het mogelijk om de ronding tot en met de rand door te laten lopen. Het resultaat is een mooie gesloten naad (rechts). Om een mooie vorm en goede aansluiting te krijgen is het nodig om zowel binnen- als buitenwaards te buigen.


normal_dakota_019-20_W.jpg



Voor wie meer hierover wil weten heb ik een speciaal draadje over warm buigen gemaakt.

Warm buigen wil echter niet zeggen dat klemmen overbodig zijn,

normal_dakota_026_W.jpg



maar het laten sluiten van alle naden wordt er wel makkelijker door.

normal_dakota_027_W.jpg



normal_dakota_028_W.jpg


normal_dakota_029_W.jpg



De kopse kanten worden recht en pas geschuurd op een schuurbalk die van een alu kokerprofiel gemaakt is.


normal_dakota_025_W.jpg
 
Laatst bewerkt door een moderator:
Ja wat zal ik hier eens op zeggen :(

Dit lijkt een draad te worden met zeer veel nuttige info en van een zeer mooie kist.
Ga zo door en hou ons op de hoogte van de vorderingen en toegepaste technieken daar kunnen wij weer veel wijzer van worden.

Keep up the good work :thumbsup:

Greetingz en tot ziens,
Berto.
 
Het warm buigen gaat meestal redelijk snel, afhankelijk van de soort hout en de dikte. Haast is iets wat je hier overigens nooit bij moet hebben, want dat leidt onvermijdelijk tot een slecht resultaat en vaak tot breuk.

Voor de vleugel van Arvid zijn Corsair bijvoorbeeld (het beruchte stuk aan de onderkant van de knik) ben ik een halve dag bezig geweest om een deel in model te krijgen. Helaas zijn de foto´s van Arvid op dit moment niet toegankelijk, maar daar wordt aan gewerkt.

O ja, mits goed gelijmd is het ook mogelijk om een plaat met lassen warm en nat te buigen en ook na het nat en warm buigen het hout eerst laten doordrogen of acclimatiseren en dan pas vastlijmen.

De rug van de Dakota komt steeds meer in vorm. Beplating wordt er steeds in delen met een breedte van twee sparren opgelijmd. Reden hiervoor is dat de lichte welving in de lengterichting dan geen probleem geeft. Bij een bredere plaat zouden er, tenzij natuurlijk warm gebogen, knikken aan de zijkant ontstaan.


normal_dakota_031_W.jpg



Het verdient zeker aanbeveling om bij deze lengtes plaat, maar eigenlijk moet je dat altijd, de linker en rechter kant (nagenoeg) gelijktijdig op te bouwen. Dit vermindert het risico van krom trekken aanzienlijk. Dit trekken wordt enerzijds veroorzaakt door de spanning van het buigen en ook een sterk wisselende luchtvochtigheid (in een periode van b.v. enkele dagen) kan behoorlijk invloed hebben.

normal_dakota_032_W.jpg



Met behulp van een bosje elastieken worden de platen gelijkmatig aangedrukt.


normal_dakota_035_W.jpg



Ook het laatste deel kwam op deze manier probleemloos op zijn plaats


normal_dakota_039_W.jpg



en dan begint het al wat meer op een vliegtuig te lijken.


normal_dakota_041_W.jpg
 
De hele zwik losgetrokken van de tafel en omgekeerd op een bok; de onderste helften van de spanten er op gelijmd en dan de draagconstructie voor de vleugel er in zetten. Ook hier blijken elastieken als hulpklemmen uitstekend te voldoen


normal_dakota_042_2_W.jpg



De onderste helften van de spanten (3mm triplex van dubieuze kwaliteit) moet kops op de bovenste helft gelijmd worden. Daardoor is een en ander nog al kwetsbaar tijdens het bouwen en bestaat een reële kans dat een spant afbreekt. Om dit te voorkomen heb ik alle lassen verstevigd. Met zijplaatjes of met hoekstukjes, al naar het uitkwam.


normal_dakota_048_2_W.jpg



De stuurstangen voor de roeren monteren en de sparren van de onderzijde aanbrengen


normal_dakota_044_W.jpg



En dan de krachtproef. Letterlijk.
Over de hoeken van 4 spanten (8,9,10 en 11) moet aan bakboord en stuurboord een “balk” met een doorsnede van 6,5 x 45 mm (hoekvuller) over een relatief kort stuk gebogen én met een torsie van 15° vastgelijmd worden.


normal_dakota_045_2_W.jpg



Volgens de handleiding moet eerst één zijkant volledig afgewerkt worden, zowel de versteviging van de romp bij de vleugel als de hoekvuller (balk) en de achterbeplating. Aangezien met name de hoekvuller, maar ook de beplating nogal wat spanning kan veroorzaken, leek me dit niet verstandig. Om krom trekken van het model te voorkomen blijf ik er sterk voorstander van om links en rechts gelijk op te werken.

Koud buigen is dit naar mijn mening bijna niet te doen; dus het grote buigijzer maar uit de kast gehaald.


normal_Buigijzer_W.jpg



Als eerste heb ik de hoekvullers warm gebogen, geplaatst;


normal_dakota_047_W.jpg



en daarna in model geschaafd.


normal_dakota_053_2_W.jpg



Bijzonder detail is, dat de hoekvullers tussen de spanten 7 en 8 (het barst in dit model van de hoekvullers) helemaal zonder oplegging gemonteerd moeten worden. Hier levert dat geen probleem op omdat de beplating deze vullers in een later stadium fixeert. Het bleek mogelijk ze zo te plaatsen dat ze maar aan één zijde moesten worden “bij”geschaafd.


normal_dakota_055_2_W.jpg
 
Haast is iets wat je hier overigens nooit bij moet hebben, want dat leidt onvermijdelijk tot een slecht resultaat en vaak tot breuk.

Da´s zon beetje les één in deze hobby........ :D



Mooie bouwkunsten, vooral dat warmbuigen ziet er erg leerzaam uit!

Groet,
Gerald
 
Back
Top