.
Hierbij een stukje historie over het onderwerp van dit restauratieverslag:
.
De Fokker T.VIII W (Fokker T8W)
De Fokker T.VIII W werd het eerste toestel van de in 1938 opgerichte torpedodienst van de MLD. Het toestel was in 1937 ontworpen en markeerde tegelijk voor Fokker de overgang naar een nieuwe constructie. Waar eerdere Fokkers nog opgebouwd werden uit een geheel metalen framewerk dat aan de voorzijde met aluminiumplaat was bewerkt en de achterzijde overtrokken met linnen, werd voor het eerst de voorzijde van de romp geheel uit aluminium vervaardigd. Het middenstuk van de romp en de vleugels waren van hout en de achterzijde nog steeds met linnen overtrokken. De geheel aluminium voorzijde markeerde echter de overstap naar Fokkers die geheel uit aluminium werden opgebouwd.
Primair was de T.VIII W bedoeld ter vervanging van de verouderde T.IV, maar de eerste series bleven in Nederland terwijl de T.IV vooral in Nederlands-Indië opereerde.
De eerste vijf, de R-1 t/m R-5 werden in 1939 afgeleverd. De eerste vijf werden gestationeerd op De Mok op Texel. Vanuit strategisch oogpunt begon men echter de Nederlandse watervliegtuigen, na de Duitse inval in Polen in 1939, meer te verspreiden over zogenaamde vliegtuigsteunpunten. De R-1 t/m R-5 werden gestationeerd op het Braassemermeer.
De R-5 ging in 1939 verloren doordat het op een patrouillevlucht boven de oostelijke Waddenzee door een Heinkel He-115 (volgens andere verhalen een Dornier Do-17) werd aangezien voor een Brits vliegtuig en werd neergeschoten. De opgepikte bemanning keerde ongedeerd terug naar Nederland.
! Dit incident resulteerde in de vervanging van de op Nederlandse vliegtuigen aanwezige rood-wit-blauwe rozet door een zwart omlijnde oranje driehoek !
Hieronder bijvoorbeeld een foto van de R2 met de rood-wit-blauwe rozet, hierboven dezelfde R2 met de latere zwart omlijnde oranje driehoek.
De proefserie van vijf bleek echter zo goed te voldoen dat de MLD in 1939 een bestelling plaatste voor nog eens 19 exemplaren; dit type werd voortaan aangeduid als de
T VIII W(G) (G van Gemengde bouw). Deze serie werd gevolgd door een order van 12 toestellen van een nieuwe versie
T VIII W(M) (M van Metaal) speciaal voor Nederlands-Indië. Deze laatste twaalf zouden geheel van metaal worden gemaakt. Op 10 mei 1940 had Fokker naast de eerste vijf in totaal 9 toestellen geleverd. Naast de overgebleven R-1 t/m R-4 waren de R-6, R-7, R-9 en R-11 operationeel. Op 12 mei werden hier nog rechtstreeks uit de fabriek de R-8 en R-10 aan toegevoegd.
Voor Finland werd voorts nog een serie van vijf toestellen op stapel gezet, de
T VIII W(C). Deze waren iets groter, terwijl de drijvers konden worden vervangen door wielen of ski's. Voor de Finse toestellen zou tevens een andere motor worden gebruikt en wel de Bristol Mercury XI. Voor proef is één van de Finse toestellen uitgerust met een vast landingsgestel en kreeg typenaam
T VIII W(L) mee.
De meidagen.
Tijdens de meidagen bleven de R-1, R-2 en R-3 bij de GVT2 (Groep Vliegtuigen) op het Braassemermeer. De R-4 hoorde ook tot de GVT2 maar werd in reserve gehouden op De Mok. De R-6, R-7, R-9 en R-11 waren ingedeeld bij de GVT4 met als basis de Westeinderplassen. De R-11 werd echter overgevlogen naar Schellingwoude voor de vesting Amsterdam.
Aangezien er tijdens de meidagen een tekort was aan torpedo's, zijn de toestellen bewapend geweest met bommen. De eerste echte operatie van de GVT2 bestond uit het overbrengen van de Nederlandse politici Van Kleffens en Welter naar Londen. Bij deze operatie die uitgevoerd werd door de R-1, R-2, R-3, R-4 en de Fokker C.VIII W G-8 behaalde alleen de R-3, gelukkig met de politici aan boord, Groot-Brittannië. De overige toestellen zijn op weg naar het rendez-vouspunt vernield (R-4 en G-8) door Duitse jagers of door eigen personeel in brand gestoken na een noodlanding (R-2). De R-1 wist met lekgeschoten drijvers zich in veiligheid te brengen.
Op 13 mei kreeg de MLD opdracht uit te wijken naar Groot-Brittannië. Ook de zeven luchtwaardige T.VIII W's vlogen via Frankrijk naar Groot-Brittannië.
In Groot-Brittannië
In Groot-Brittannië aangekomen bleken de Fokker T.VIII W toestellen de enige die van daaruit werkelijk voor gevechtsdoeleinden konden worden ingezet. De vliegtuigen werden gestationeerd in Pembroke Dock in Wales alwaar zij de basis vormden voor het eerste Nederlandse squadron binnen de RAF
Coastal Command en wel het 320ste (Dutch) Squadron.
Ze kregen hier Britse camouflagekleuren, herkenningstekens en registratienummers (AV958 t/m AV965). Als herkenning voor een Nederlands squadron werd aan de zijkant op de neus een kleine oranje driehoek aangebracht. De Fokkers werden gebruikt voor patrouille- en konvooidiensten boven de Ierse Zee en voor vluchten naar bezet Nederland ten behoeve van het verzet.
Eind 1940 werden ze vervangen door Lockheed Hudson bommenwerpers, welke door de Nederlandse regering in ballingschap waren aangekocht. De T.VIII W's hadden hun werk gedaan en vooral door gebrek aan de juiste onderdelen kon men ze niet langer gebruiken. Alle exemplaren zijn gesloopt.
Weer Duitse Fokkers
In de Eerste Wereldoorlog was Fokker dé leverancier van vliegtuigen voor de Duitse luchtmacht. De Fokkers waren zo gevreesd dat Duitsland geen Fokker vliegtuigen meer mocht bezitten. Met de inval in Nederland in mei 1940 kwam hier verandering in. Bij Fokker stonden talloze G.1 en T.VIII W toestellen op de productielijn en beide typen zijn dan ook voor de Duitsers afgebouwd. De G.1 is hiervan niet intensief gebruikt, eigenlijk alleen voor lesdoeleinden. De Fokker T.VIII W is echter intensief door de Duitse
Luftwaffe gebruikt.
Bij de inval stonden bij Fokker de R-12 t/m R-36 op de productielijn, daarnaast stonden de voor Finland bedoelde FW-160 en FW-161 bijna klaar. Deze iets grotere versie is ook voor de
Luftwaffe afgebouwd samen met nog drie van dit type die nog geen registratie hadden.
De Duitse toestellen zijn ingezet voor verkenningsdoeleinden boven de Noordzee en de Middellandse zee. De meeste toestellen waren ingedeeld bij de 1./SA Gr.126. (SeeAufklärungsGruppe). Uiteindelijk zijn ze de "Duitse" toestellen in 1943 vervangen door Arado Ar 196 watervliegtuigen.
Op 6 mei 1941 werd de "Duitse" Fokker T.VIII W KD+GQ (ex R-25) te Amsterdam 'gestolen' door Korporaal Evert Willem Boomsma, Luitenant Govert Steen (een jachtpiloot die dit type vliegtuig nog nooit gevlogen had), Fokker technicus Wijbert Lindemann en Luitenant Jan Bealearts van Blokland, die in alle vroegte naar de Fokker T.VIII W KD+GQ zijn gezwommen en met het toestel wegvlogen naar het Britse Broadstairs. Het toestel is vanuit Felixtown tot in 1944 ingezet voor clandestiene vluchten naar Nederland om verzetsstrijders op te halen.
Technische gegevens:
Taak: Torpedobommenwerper
Type: Fokker T.VIII W (T8W)
Bemanning: 3 tot 4
Afmetingen:
Spanwijdte: 18,00m
Lengte: 13,00m
Hoogte: 5,00m
Vleugeloppervlak: 43,90 m2
Gewicht:
Leeggewicht: 3100kg
Geladen gewicht: 5000kg
Prestaties:
Maximumsnelheid: 285 km/u
Kruissnelheid: 220 km/u
Plafond: 6800m
Bereik: 2750km
Motoren:
Twee Wright Whirlwind R-975 motoren met een vermogen van 450 pk
Bewapening:
één 7,62 mm mitrailleur
één 12,7 mm mitrailleur
750 kg aan bommen of torpedo's
Productie:
36 stuks
T.VIII-W(G) 19 stuks
T.VIII-W(M) 12 stuks
T.VIII-W(C) (waarvan 1 omgebouwde
T.VIII-W(L) 5 stuks
.
Groeten, Ramses
.