stunthenk
PH-SAM
Nadat Stella af was, mijn nieuwe stunter, zie https://www.modelbouwforum.nl/threads/toch-maar-een-nieuwe-stunter.283951/ werd het tijd voor een wat eenvoudiger projectje. De inspiratie was er al, want in de Aeromodellers die ik na het overlijden van Jan Willem Roest van zijn vrouw had gekregen, zat onder andere de jaargang 1991. Ik had in die tijd een aantal jaren geen abonnement, als ik terugdenk waarschijnlijk omdat er in die jaren weinig interessants over LB kunstvlucht in het blad stond. Dus deze nummers waren helemaal nieuw voor mij, en in het augustusnummer kwam ik een wel alleraardigst sportmodel tegen, de Moon Shadow. Dit was een 50% kopie van een Brits motormodel ut de jaren '30 van de vorige eeuw. En er zat een gratis tekening bij. Blijkbaar had Jan Willem weinig belangstelling voor het model gehad (hij was naast in lijnbesturing vooral geïnteresseerd in schaalmodellen voor indoor vliegen) want het nietje was niet open geweest, dus de tekening was nog nooit open gevouwen!
Ik heb nog lang geaarzeld, want er hangen in mijn bouwkamer maar liefst 9 sportmodellen, waarvan ik er eentje al in pakweg 1979 heb gebouwd. Maar ja, 10 is een mooi rond getal, dus waarom niet? En ik had nog een vrijwel ongebruikte Indian Mills liggen, en zolang zo'n ding in z'n doosje zit, heb je er niks aan, toch?
Dus ben ik maar eens begonnen om een bouwdoosje voor mezelf te maken. De vleugelribben heb ik natuurlijk op de bekende wijze van balsa plankjes tussen twee 3 mm triplex mallen gemaakt. Altijd weer een leuk karwei, behalve het maken van de mallen! En het resultaat ziet er altijd weer leuk uit. En ik kon voor de ribben allerlei restjes 1,5 mm balsa gebruiken, die overgebleven waren van andere projecten.
De voorste rib is een tiprib, en is aan de hand van de tekening aangepast aan een normale rib.
Het stabilo is taps, en het heeft V-stelling, dus dat vraagt om een wat andere aanpak. Eerst heb ik geprobeerd deze ribben ook tussen twee mallen te maken, waarbij een mal de vorm van de wortelrib heeft, en de andere de vorm van de tiprib. Maar dat pakte niet goed uit. Het kleine aantal van 5 ribben per kant betekent dat het blok(je) veel te taps is, met als gevolg dat de dikte van de mallen een rol gaat spelen. Daardoor is de wortelrib te klein en de tiprib te groot. Op de foto links goed te zien.
Een betere manier is om alle 10 ribben uit te snijden op het formaat van de wortelrib, zie rechts op de foto, ze één voor één op de tekening te leggen en ze op de juiste lengte aan de voorkant af te snijden. Daarna wordt met behulp van de wortelribmal de onderkant in vorm geschuurd en de opening voor de 3x3 voorlijst er in gevijld, waarna de bovenkant van het ribneusje met de vrije hand in vorm wordt geschuurd.
Vervolgens heb ik me op de romp 'gestort'. Ook daarvoor heb ik zo veel mogelijk onderdelen in het voor gemaakt; de schotjes, de motorbokken, het onderstel, en de romplatten in vorm gestoomd. De romplatten kon met de latjessnijder maken van resten 6 mm hout. Op de tekening staan harde latjes 3x3 voor de romplatten, maar dat leek met wat kwetsbaar. Daarom heb ik gekozen voor middelhard 6x6. Had ook 5x5 mogen zijn, maar dat hout had ik niet.
Het bleek niet mee te vallen om de uiteinden aan de voorkant van de romplatten in de juiste, vrij sterke kromming te krijgen, simpelweg omdat je ze aan het uiteinde niet goed vast kunt houden, en het is ook niet fijn om je vingers in de stoom te houden! Daarom heb ik daar een oude truc toegepast. Ik heb de uiteinden ingesneden zodat ze op de tekening met spelden in de juiste kromming konden worden geduwd, en vervolgens de laagjes weer aan elkaar gelijmd.
Ik heb nog lang geaarzeld, want er hangen in mijn bouwkamer maar liefst 9 sportmodellen, waarvan ik er eentje al in pakweg 1979 heb gebouwd. Maar ja, 10 is een mooi rond getal, dus waarom niet? En ik had nog een vrijwel ongebruikte Indian Mills liggen, en zolang zo'n ding in z'n doosje zit, heb je er niks aan, toch?
Dus ben ik maar eens begonnen om een bouwdoosje voor mezelf te maken. De vleugelribben heb ik natuurlijk op de bekende wijze van balsa plankjes tussen twee 3 mm triplex mallen gemaakt. Altijd weer een leuk karwei, behalve het maken van de mallen! En het resultaat ziet er altijd weer leuk uit. En ik kon voor de ribben allerlei restjes 1,5 mm balsa gebruiken, die overgebleven waren van andere projecten.
De voorste rib is een tiprib, en is aan de hand van de tekening aangepast aan een normale rib.
Het stabilo is taps, en het heeft V-stelling, dus dat vraagt om een wat andere aanpak. Eerst heb ik geprobeerd deze ribben ook tussen twee mallen te maken, waarbij een mal de vorm van de wortelrib heeft, en de andere de vorm van de tiprib. Maar dat pakte niet goed uit. Het kleine aantal van 5 ribben per kant betekent dat het blok(je) veel te taps is, met als gevolg dat de dikte van de mallen een rol gaat spelen. Daardoor is de wortelrib te klein en de tiprib te groot. Op de foto links goed te zien.
Een betere manier is om alle 10 ribben uit te snijden op het formaat van de wortelrib, zie rechts op de foto, ze één voor één op de tekening te leggen en ze op de juiste lengte aan de voorkant af te snijden. Daarna wordt met behulp van de wortelribmal de onderkant in vorm geschuurd en de opening voor de 3x3 voorlijst er in gevijld, waarna de bovenkant van het ribneusje met de vrije hand in vorm wordt geschuurd.
Vervolgens heb ik me op de romp 'gestort'. Ook daarvoor heb ik zo veel mogelijk onderdelen in het voor gemaakt; de schotjes, de motorbokken, het onderstel, en de romplatten in vorm gestoomd. De romplatten kon met de latjessnijder maken van resten 6 mm hout. Op de tekening staan harde latjes 3x3 voor de romplatten, maar dat leek met wat kwetsbaar. Daarom heb ik gekozen voor middelhard 6x6. Had ook 5x5 mogen zijn, maar dat hout had ik niet.
Het bleek niet mee te vallen om de uiteinden aan de voorkant van de romplatten in de juiste, vrij sterke kromming te krijgen, simpelweg omdat je ze aan het uiteinde niet goed vast kunt houden, en het is ook niet fijn om je vingers in de stoom te houden! Daarom heb ik daar een oude truc toegepast. Ik heb de uiteinden ingesneden zodat ze op de tekening met spelden in de juiste kromming konden worden geduwd, en vervolgens de laagjes weer aan elkaar gelijmd.