Dat hangt er van af hoe hard de motoren moeten werken, dus de gekozen schroef en hoe hard je er gemiddeld mee vaart.
Ik dacht ook zonder motorsteun koeling te kunnen, tot ik tijdens de maiden bij mooi weer (doorzichtige plastic afdekking, dus broeikas effect) last kreeg van een regelaar die thermisch afschakelde en vervolgens mijn vingers brandde aan de motor, die echt niet hard had hoeven werken, maar in datzelfde broeikasje loei heet was geworden in de zon.
Ik heb vervolgens waterkoeling op de motorsteun gezet (en de waterkoeling van de regelaar aangesloten) en nooit weer last gehad.
Een simpel plaatje met een gat van 3,2, mm er doorheen, beide uiteinden opheboord naar 4 mm en daar een stukje dunwandige alu buis in gelijmd.
in bijna al mijn boten gebruik ik een drukloos koelsysteem, dat ook bij achteruitvaren doorstroming houdt; de inlaat is een buisje dat in de vaarrichting onder een kleine hoek door de romp naar voren steekt, de uitlaat wijst naar achteren, ook onder een kleine hoek:
Zoals je op de foto's kunt zien steken de buisjes niet uit, hooguit een scoop van vingernagel dikte. Na een dot gas om het systeem vol te drukken, heb je ook bij stapvoets varen voldoende flow.
Omdat de M.A.S. een gestepte romp heeft, zitten in- en uitlaat vlak vóór de eerste step, anders zou ik alleen maar schuim op pikken, wat niet geweldig koelt. Bij een romp zonder steps zitten in- en uitlaat een centimeter of vijf vóór de spiegel, zodat ze altijd in het water zitten.
Het is wel zaak om de hele buizenboel en slangen zo laag mogelijk in de romp te houden, des te eenvoudiger is het om het systeem vol te drukken, dus geen slangen die tot onder het dek omhoog steken:
Het is even wat meer werk, maar werkt subliem.
In een kunststof romp gebruik ik styreen buisjes, want die kun je veel beter waterdicht in het vlak verlijmen.
Groeten, Jan.