Peter Den
PH-SAM
Ha Bart,
We zijn al eens eerder op dit onderlinge verschil van inzicht gestuit.
Nu speelt dit in dit draadje (leuke, praktische, kleine, eenvoudige plankzwevers) nauwelijks een rol, want het ligt niet zo voor de hand om eindvinnen een centrale vin te laten vervangen op een plankvleugeltje.
En de ervaring bij dit soort modellen, dit was je vraag; de korte afstand zwtpnt/kielvlak lijkt geen probleem.
Off topic dus:
Op achterwaarts gepijlde vliegende vleugels liggen eindkielvlakken bij voorbaat voor de hand. Echter: kleinere eind-vinnen zijn niet per stuk de helft effectief van een grote vin (Renolds) en meestal is de vormgeving ook meer fancy in plaats van effectief. (bij modernere ontwerpen zie je nu ook meer volwassen kielvlakvormen i.p.v. straaljager pijlen.)
Gevolg (bij slip): tipvinnen overtrekken eerder en leveren per corrigerende kracht meer weerstand.
De overtrek en toename van weerstand is niet perse symmetrisch over de twee vinnen verdeeld.
Het effect hiervan bij de grote zijdelingse machtsarm van eindvinnen tov het zwaartepunt is mijns inziens de rede dat deze opstelling niet prettig is en zich uit in ongecontroleerde schommelbewegingen.
(teken maar eens een pijlvleugel in slip met ‘’draggende’’ eindvinnen en hun machtsarmen t.o.v. het zwaartepunt)
Positieve effect (winglet) van eindschijven: persoonlijk acht ik dit nihil en niet de moeite waard, (subjectieve mening, ik ben wat betreft aerodynamische verfijning enigsinds onbeschaafd)
Ervaringen met tussenvormen als delta-achtige pijlvleugels leverden in mijn ervaring tot nu toe aanzienlijke verbetering in bestuurbaarheid en stabiliteit op bij vervanging van tipvinnen door een centrale vin.(dit is echter ook een volkomen subjectieve observatie mijnerzijds).
Ook de ervaring met ‘’fin on a stick’’ op gepijlde vliegende vleugels: steeds beter dan een versie met eindvinnen: nadeel is natuurlijk dat dit het zuivere staartloze idee geweld aan doet.
Oplossing: Horten systeem of negatieve pijlstelling.
We zijn al eens eerder op dit onderlinge verschil van inzicht gestuit.

Nu speelt dit in dit draadje (leuke, praktische, kleine, eenvoudige plankzwevers) nauwelijks een rol, want het ligt niet zo voor de hand om eindvinnen een centrale vin te laten vervangen op een plankvleugeltje.
En de ervaring bij dit soort modellen, dit was je vraag; de korte afstand zwtpnt/kielvlak lijkt geen probleem.
Off topic dus:
Op achterwaarts gepijlde vliegende vleugels liggen eindkielvlakken bij voorbaat voor de hand. Echter: kleinere eind-vinnen zijn niet per stuk de helft effectief van een grote vin (Renolds) en meestal is de vormgeving ook meer fancy in plaats van effectief. (bij modernere ontwerpen zie je nu ook meer volwassen kielvlakvormen i.p.v. straaljager pijlen.)
Gevolg (bij slip): tipvinnen overtrekken eerder en leveren per corrigerende kracht meer weerstand.
De overtrek en toename van weerstand is niet perse symmetrisch over de twee vinnen verdeeld.
Het effect hiervan bij de grote zijdelingse machtsarm van eindvinnen tov het zwaartepunt is mijns inziens de rede dat deze opstelling niet prettig is en zich uit in ongecontroleerde schommelbewegingen.
(teken maar eens een pijlvleugel in slip met ‘’draggende’’ eindvinnen en hun machtsarmen t.o.v. het zwaartepunt)
Positieve effect (winglet) van eindschijven: persoonlijk acht ik dit nihil en niet de moeite waard, (subjectieve mening, ik ben wat betreft aerodynamische verfijning enigsinds onbeschaafd)
Ervaringen met tussenvormen als delta-achtige pijlvleugels leverden in mijn ervaring tot nu toe aanzienlijke verbetering in bestuurbaarheid en stabiliteit op bij vervanging van tipvinnen door een centrale vin.(dit is echter ook een volkomen subjectieve observatie mijnerzijds).
Ook de ervaring met ‘’fin on a stick’’ op gepijlde vliegende vleugels: steeds beter dan een versie met eindvinnen: nadeel is natuurlijk dat dit het zuivere staartloze idee geweld aan doet.
Oplossing: Horten systeem of negatieve pijlstelling.

Laatst bewerkt: