Voorpgesteld: ik ben geen sub-schipper. Ooit een sub gebouwd, (die gele van Thunder Tiger) en daar aardig wat ervaring mee opgedaan, maar dat is nog steeds een "bouwpakket" waar je op zich niet zo gek veel fout mee kunt doen.
Ik blijf toch het liefst aan de "goeie kant van het wateroppervlak" met m'n schepen.
Wat niet wil zeggen dat ik er geen bal verstand van heb. Ik heb het stuk van Paul rustig en kritisch doorgelezen en waar nodig wat commentaar erbij gezet.
Als we dat nou met z'n allen gaan doen: iedereen de eigen ervaring erbij zetten, komen we wellicht tot een FAQ waarvan je kunt zeggen dat die een aardige opsomming geeft van alle problemen (en liefst graag ook de diverse oplossingen).
Uit de PDF van Paul wat dingen geplukt en van commentaar voorzien. Is ongetwijfeld niet volledig, maar een begin.
Gr
Roel
Paul Konings zei:
Om de roeren te bedienen worden servo’s gebruikt die met een enkele stang met de helmstok
verbonden zijn. Deze stangen mogen niet te lang en te dun zijn omdat ze anders makkelijk knikken. Een
minimum diameter van 3 mm en een maximum lengte van 100 mm geeft geen problemen. Langere
stangen kunnen wel, hetzij met grotere diameters of met een lager om de 100 mm.
Aanvulling: als men voor alle roeren een "push-pull-opstelling" gebruikt kan men de diameter van de stuurstangen dunner houden en kunnen ze ook niet knikken.
Nadeel: per roeren-set (achterste duikroer, voorste duikroeren, roer) een gat meer in de WTC, of je moet je servo's waterdicht maken.
Paul Konings zei:
Het is niet vanzelfsprekend dat als je een grote boot bouwt deze ook zeer zwaar wordt. In principe kun je
stellen dat de boot niet zwaarder hoeft te worden dan het totale gewicht van accu’s, motoren, assen,
schroeven en radio-installatie, inclusief servo’s.
En de romp natuurlijk; een "grote boot" heeft een grote romp, die ook nog een stevig moet zijn. Per saldo kom je dan toch uit op een groter gewicht. Dit grotere gewicht is vervolgens ook nog eens verdeeld in:
Bovenwatervaart (Een deel van het rompgewicht bevindt zich boven water = dus een deel dood gewicht en een deel onderwater: gewicht wat positief of negatief drijfvermogen heeft, afhankelijk van het gebruikte materiaal.
Onderwatervaart (De gehele romp bevindt zich onder water = geen dood gewicht meer. De gehele romp steekt onder water. Wel of geen drijfvermogen = afhankelijk van het materiaal.
P.K. zei:
Kleine boten vragen kleine vermogens = kleine accu’s, grote boten vragen meer vermogen = grote
accu’s. Een accu van 10 Ah/12 V per Hectoperm geeft ruim een dag vaarplezier mede door gebruik van
electronische vaartregelaars. Het drukvaste deel van de boot waar alles in moet komen behoeft dus niet
veel groter te zijn dan wat erin moet (literinhoud), sterker nog een te groot drukvast deel zal veel ballast
vragen. Een boot van 4,5 meter hoeft niet veel zwaarder te zijn dan een boot van 1,5 meter als het
drukvaste deel een gelijke inhoud heeft, het gewichtsverschil wordt alleen veroorzaakt door de
verschillen in gewicht van rompgrootte en gebruikt materiaal.
Je kunt je dus voorstellen diverse typen rompen te bouwen waarvoor slechts één drukvast deel nodig is,
wil je met een andere boot varen dan hoef je alleen het drukvaste deel over te zetten.
Wellicht kun je dit deel "moderniseren": de moderne borstelloze motoren geven vaak enorme vermogens af met een relatief kleine massa. Ook de accutechniek heeft niet stilgestaan: waar je vroeger al een hele piet was met een 12V, 7Ah loodaccu, is datzelfde vermogen momenteel beschikbaar in een veel lichtere en compactere Lipo.
Overigens: een kleine WTC met daaromheen een grote romp vraagt wel degelijk om grotere vermogens: Je grotere romp "sleept" intern heel veel water mee. Als je een bocht omgaat, moet dat water ook van richting veranderen. Als je snelheid maakt, moet je dat water ook meenemen. Ook al heb je nog zoveel vloedgaten in je buitenromp: je zeult het mee.
Het "overzetten" van een standaard WTC in een andere romp klinkt aanlokkelijk, maar de bouwer moet zich wel realiseren dat hij zijn instellingen in de WTC ook over moet zetten: de ene romp heeft immers een ander gewicht dan de andere. Ook al scheelt het maar 100 gram: het heeft onmiddellijk invloed op het duikgedrag van de boot.
P.K. zei:
Het trimmen kan automatisch gebeuren of met de hand vanaf de zender. Het gebruik van een autogiro
zoals bij helicopters is door de tragere bewegingen van de boot ten opzichte van de helicopter niet aan te
raden, de autogiro zal de trage beweging volgen in plaats van tegengaan. Een simpele automaat kan
men maken van een zware slinger met twee schakelaars, ik weet het, er zit geen microprocessor in,
maar het werkt wel.
Allereerst: een autogyro (ook bekend als "Gyroplane") is een luchtvaartuig met een niet-aangedreven rotor voor hefkracht en een aangedreven luchtschroef voor de voorwaartse beweging. Is dus niet de juiste term, zou je kunnen veranderen in "gyroscoop".
Trimmen via de zender is tijdens de vaart vrijwel ondoenlijk; Lex Verkuijl heeft daar genoeg over geschreven tijdens de testfase van zijn modellen. Een "lageregler" van Norbert Bruggen is daar veel geschikter voor. Je automaat met slinger en schakelaars werkt, ja, maar heeft veel (kostbare!!) ruimte nodig.
Onder het kopje "Beveiligingen" mis ik 1 belangrijke beveiliging: wat gaat de boot doen als hij geen contact meer heeft met de zender? Want ook al vaar je met een 40 mHz zender en ontvanger: beneden de 2,5 a 3 meter is het echt afgelopen met ontvangen.
En: (niet onbelangrijk in deze tijd!!) 2,4 gHz-systemen zijn nutteloos in combinatie met een sub.
P.K. zei:
De truc is dus om als de boot geheel onderwater is en ‘zweeft’, neutraal drijfvermogen, de dieptesturing over te laten aan
voortstuwing en duikroeren (dynamisch). Een bijkomend voordeel is dat we dan dynamisch kunnen
opkomen en bij persluchtbedrijf minder lucht hoeven te verbruiken.
Ook hierbij zou een vermelding van een gyro (Lageregler-van-een-bekend-merk

) niet misstaan.
Kortom: je hebt een aantal zaken kort belicht, en men moet het als eerste aanzet van een Sub-FAQ zien, (Da's goed!!) maar het geheel is dus vatbaar voor uitbreiding / actualisatie.