Dat verwacht ik juist niet, omdat er meer magneetvelden op de rotor zitten en meer spoelen omheen staan.
Bij modelauto's word er niet met KV gerekend, de regelaar ESC moet vooral ook lagere toeren kunnen produceren.
Klopt dat je daarmee de k
v lager maakt maar het grote probleem is dat door het ontbreken van metaal in de stator het magnetisch veld zwakker (minder geconcentreerd) is dan met metaal in de stator. Daardoor zal die k
v dus hoger worden!
De k
v is namelijk afhankelijk van een aantal factoren.
De eerste factor is het aantal polen. Hoe meer polen des te lager het toerental. het aantal polen is
altijd een veelvoud van 3. Het minimum is 3, dan 6, 9, 12 en zo voorts.
De tweede is het aantal magneten (polen). Hoe meer magneten des te lager het toerental. Je kan het aantal magneten echter niet te veel meer of minder maken dan het aantal polen. Meestal is het één minder of één of twee meer dan het aantal polen. Afwijkingen zijn altijd mogelijk. Het aantal magneetpolen is
altijd een veelvoud van twee, één magneet heeft al 2 polen, een noord en een zuidpool. Twee magneten zijn dus 4 magneet polen.
De derde is het aantal windingen. Hoe meer windingen hoe lager het toerental. Met het aantal windingen kan je het meest en het makkelijkst variëren.
De vierde, niet minder belangrijk, is de sterkte van de magneten. Hoe sterker de magneten (het magneetveld) des te lager het toerental. In een bestaande motor kan je aan de magneten niet veel veranderen of je moet (veel) sterkere magneten in die motor kunnen zetten.
De regelaar produceert geen toerentallen, het is de motor en alleen de motor, die het toerental bepaald aan de hand van de genoemde factoren en de spanning die over de motor staat. Het enige wat de regelaar doet is de spanning voor de motor hoger en lager maken en daarmee het toerental hoger en lager.
Omdat de motor geen koolborstels heeft moet er op een andere manier over geschakeld worden van de ene naar de andere set wikkelingen. Dat moet de regelaar nu voor ons doen maar dat moet wel op het juiste moment gebeuren. Om dat moment te kunnen bepalen meet de regelaar via de ene niet gebruikte winding het generator signaal van de motor. Hoe langzamer de motor draait des te kleiner is dat signaal. Draait de motor heel langzaam dan is dat signaal zo klein dat de regelaar het niet kan meten. Daarom is er dus een minimum toerental waarbij de regelaar nog goed kan meten en dus schakelen.
Om dat probleem op te lossen kan je ook motoren met sensors en de daarbij horende regelaars gebruiken. Die kunnen in theorie "stapvoets" draaien omdat het overschakelen wordt geregeld door sensors die in de motor zitten. Die reageren op het voorbijkomen van een magneet, dat werkt vanaf stilstand tot maximum toeren. Borstelloze motoren met sensors bestaan al heel lang, veel en veel langer dan de sensorlose motoren die wij nu meestal gebruiken.