Dag Welf, met dek bedoel je denk ik het lage deel tussen de mast en het achterschip? Bij een vissersschip met bun het dat de "deken". het voordek is de "plecht" en het deel bij het roer heet het "achterhuisje". Er waren wel visserschepen op de Zuiderzee met een (vals) dek, zoals de Wieringeraak. Dit lag inderdaad rondom de bun, maar dan verhoogd, zodat er ruimte was tussen de deken en het wegneembaar dek. Het berghout loopt bij een botter wel evenwijdig aan de deken. Daarboven zit dan een boegsel (staande plank aan de buitenzijde tegen de bovenkant van de dekenpoten) met plat daarop het potdeksel (liggende plank die inwater voorkomt). Aan de binnenkant zit de binnenwegering van de zwaardbolder tot aan het achterhuisje. Hierop zitten de twee klampen voor de fokkeschoot, en de klamp voor de zwaardloper.