De zeilen gereed maken
de Seizing (reefknuttels)
De korte touwen door het zeil waarmee men een rif samen bindt, de rif is de benaming van dat deel van een zeil dat bij een te sterke wind samen gebonden kan worden om het zeiloppervlak te verkleinen. In scheepstermen werden deze korte touwen ook wel reefknuttels genoemd.
Lang heb ik voor het lastige vraagstuk gestaan of deze bij mijn boot wel of niet verstevigd moesten gaan worden met een zogenaamde “Rifband” en deze laatste is een ter versterking op het zeil genaaide strook zeildoek. Op de vele modellen op het internet van een gaffel-kanonneerboot zie ik ze zowel met als zonder deze rifband. Ik moet zeggen dat ik de uiteindelijke oplossing tijdens Googelen niet gevonden heb, wat me wel opviel dat de zeewaardige platbodems (Noordzee visserij) vaak wel voorzien waren van deze rifbanden en de binnenvaart platbodems eigenlijk niet En dit had misschien te maken met de windsterkte in beide gebieden. De uiteindelijke oplossing kwam voor mij uit een onverwachte hoek, ik had gewoonweg geen meegeleverde dik zeildoek meer over om de reefbanden aan te brengen, en beide gegevens hebben mij doen besluiten >> geen rifbanden (zie ook bovenstaande afbeeldingen)
Wanneer wordt er gereefd:
Als vuistregel wordt/werd gehanteerd dat als de ‘Berghouten’ het wateroppervlakte raakte, er gereefd moest worden, dit werd niet alleen gedaan om het kapseizen te voorkomen maar nog meer om bij zware storm de enorme belasting op de mast te verkleinen en hiermee mastbreuk te voorkomen. Hiertoe werd de gaffel van het grootzeil en/of de nok van de fok dusdanig gestreken dat men m.b.v. de reefknuttels het ‘onderlijk’ met het lijkentouw kon samenbinden al dan niet met de voorhanden zijnde giek/boom
Leuvers fok
De 13 Leuvers (2) (messing glij-ringen) moeten aan het voorlijk(3) van de fok (4) aanbracht worden, door deze leuvers komt later de fokkestag (1).
Nadat ik de glanzende messing ringen eerst verouderd heb, trek ik m.b.v. 2 mini tangen de splitsing rechtstandig 1,5-2 mm open zodat ze het voorlijk en lijkentouw net kunnen passeren. (niet overzij, want dan kunnen ze bij het plaatsen langs elkaar heen schieten en gaan dan scheef staan). Ik heb in het verleden bij het plaatsen van de Leuvers diverse malen op de knieën over het vloerkleed moeten kruipen om deze op te zoeken omdat ze iedere keer weer net voor het plaatsen uit mijn tang door de kamer schoten. Ik heb inmiddels een methode ontwikkeld die het aanbrengen tot een eenvoudig klusje en binnen 10 min. maakt.
Ik neem in mijn linkerhand een platbektang en pak de ring plat vast over het zojuist open gebroken gedeelte. Daarna plaats ik de andere (dichte) kant van de ring naast en rechtop in de groeven van een mini-combinatietang. Ik breng de combinatietang met de Leuver licht ingeklemd naar zijn plaats net over het lijkentouw en knijp hem licht dicht. Zet de Leuver niet te diep op de fok (zeil) maar net achter het lijkentouw zodat er later wat ruimte overblijft tussen het lijkentouw en de Fokkestag.
Tot slot een foto van de gereedgekomen langs-getuigde zeilen:
Op de inzet is te zien dat in de tophoek van de Kluiver en de Fok de lijktouwen niet samen komen maar eerst opgevangen worden door een 3 mm stukje rondhout. Bij het plaatsen van de zeilen komt aan beide zijden een touw-triangel die door een eenschijfs-blok gaat lopen (rondhout wordt later nog ingekort). Ik twijfel nog om er een tweede rij Reefknuttels boven de andere in het Grootzeil erbij te zetten, als ik ga optuigen ga ik hierover beslissen.
En van de 2 dwars getuigde zeilen: Ik heb mijn best gedaan om de juiste benamingen hiervoor te vinden maar helaas is dit mij niet gelukt omdat er (voor mij) teveel tegenstrijdige benamingen voor werden gegeven.
Tot zover mijn uitstapje naar de zeilmakerij(zo voel ik dat ook), de komende week weer terug waar mijn echt hart ligt: de Romp en Dek opbouw, te beginnen met het optuigen van het roer en het maken van de twee Zijzwaarden.
de Seizing (reefknuttels)
De korte touwen door het zeil waarmee men een rif samen bindt, de rif is de benaming van dat deel van een zeil dat bij een te sterke wind samen gebonden kan worden om het zeiloppervlak te verkleinen. In scheepstermen werden deze korte touwen ook wel reefknuttels genoemd.
Lang heb ik voor het lastige vraagstuk gestaan of deze bij mijn boot wel of niet verstevigd moesten gaan worden met een zogenaamde “Rifband” en deze laatste is een ter versterking op het zeil genaaide strook zeildoek. Op de vele modellen op het internet van een gaffel-kanonneerboot zie ik ze zowel met als zonder deze rifband. Ik moet zeggen dat ik de uiteindelijke oplossing tijdens Googelen niet gevonden heb, wat me wel opviel dat de zeewaardige platbodems (Noordzee visserij) vaak wel voorzien waren van deze rifbanden en de binnenvaart platbodems eigenlijk niet En dit had misschien te maken met de windsterkte in beide gebieden. De uiteindelijke oplossing kwam voor mij uit een onverwachte hoek, ik had gewoonweg geen meegeleverde dik zeildoek meer over om de reefbanden aan te brengen, en beide gegevens hebben mij doen besluiten >> geen rifbanden (zie ook bovenstaande afbeeldingen)
Wanneer wordt er gereefd:
Als vuistregel wordt/werd gehanteerd dat als de ‘Berghouten’ het wateroppervlakte raakte, er gereefd moest worden, dit werd niet alleen gedaan om het kapseizen te voorkomen maar nog meer om bij zware storm de enorme belasting op de mast te verkleinen en hiermee mastbreuk te voorkomen. Hiertoe werd de gaffel van het grootzeil en/of de nok van de fok dusdanig gestreken dat men m.b.v. de reefknuttels het ‘onderlijk’ met het lijkentouw kon samenbinden al dan niet met de voorhanden zijnde giek/boom
Leuvers fok
De 13 Leuvers (2) (messing glij-ringen) moeten aan het voorlijk(3) van de fok (4) aanbracht worden, door deze leuvers komt later de fokkestag (1).
Nadat ik de glanzende messing ringen eerst verouderd heb, trek ik m.b.v. 2 mini tangen de splitsing rechtstandig 1,5-2 mm open zodat ze het voorlijk en lijkentouw net kunnen passeren. (niet overzij, want dan kunnen ze bij het plaatsen langs elkaar heen schieten en gaan dan scheef staan). Ik heb in het verleden bij het plaatsen van de Leuvers diverse malen op de knieën over het vloerkleed moeten kruipen om deze op te zoeken omdat ze iedere keer weer net voor het plaatsen uit mijn tang door de kamer schoten. Ik heb inmiddels een methode ontwikkeld die het aanbrengen tot een eenvoudig klusje en binnen 10 min. maakt.
Ik neem in mijn linkerhand een platbektang en pak de ring plat vast over het zojuist open gebroken gedeelte. Daarna plaats ik de andere (dichte) kant van de ring naast en rechtop in de groeven van een mini-combinatietang. Ik breng de combinatietang met de Leuver licht ingeklemd naar zijn plaats net over het lijkentouw en knijp hem licht dicht. Zet de Leuver niet te diep op de fok (zeil) maar net achter het lijkentouw zodat er later wat ruimte overblijft tussen het lijkentouw en de Fokkestag.
Tot slot een foto van de gereedgekomen langs-getuigde zeilen:
Op de inzet is te zien dat in de tophoek van de Kluiver en de Fok de lijktouwen niet samen komen maar eerst opgevangen worden door een 3 mm stukje rondhout. Bij het plaatsen van de zeilen komt aan beide zijden een touw-triangel die door een eenschijfs-blok gaat lopen (rondhout wordt later nog ingekort). Ik twijfel nog om er een tweede rij Reefknuttels boven de andere in het Grootzeil erbij te zetten, als ik ga optuigen ga ik hierover beslissen.
En van de 2 dwars getuigde zeilen: Ik heb mijn best gedaan om de juiste benamingen hiervoor te vinden maar helaas is dit mij niet gelukt omdat er (voor mij) teveel tegenstrijdige benamingen voor werden gegeven.
Tot zover mijn uitstapje naar de zeilmakerij(zo voel ik dat ook), de komende week weer terug waar mijn echt hart ligt: de Romp en Dek opbouw, te beginnen met het optuigen van het roer en het maken van de twee Zijzwaarden.