Augustus + beetje September:
Grappig om weer eens terug te kijken naar post 1. Niet alles loopt zoals je van pan was.
Zo had ik een MH-32 profiel in gedachten: het werd een Dirk Pflug profiel. Ik had ook de nieuwe Profi TX van MPX. Het is een Jeti DS-16 geworden. Een investering die ik nog geen seconde heb betreurt!
De ligger vordert gestaag!
Nadat de bovenste helft van de ligger kern netjes strak op maat was geschuurd kon de bovenst capstrip verlijmd worden. Ik heb de lijmverbinding gemaakt met epoxy en een beetje fijne glasbubbels. (theelepeltje op 4 gram hars.)
Lijmverbinding uit laten harden onder vacuum. Ook zie je op onderstaande foto de gemaakte hardpoints (epoxy met veel katoenvlokken). Daar waar de carbonroving wikkels en boutgaten komen wil ik geen balsa tussen verbinder en roving. Deze punten wil ik hard en sterk hebben, zodat de verbinder bij een ongewenste harde landing van binnen niets kapot maakt.
Daarna de glaswikkel om de het hele liggerdeel. Uiteraard eerst de randen van de carbon capstrips afronden. De twee lagen 160grams glas zijn met spuitlijm om de ligger aangebracht. Met een rollertje kan dat makkelijk met epoxy ingerolt worden. En weer onder vacuum uit laten harden. Dat uitharden onder vacuum pakte wat minder plezierig uit bij de middenverbinder. De wanden waren ietsie pietsie naar binnen gaan staan. Samen met de massieve koolstof verbinder en de, nu, stevige huls gaf er helemaal niets mee. Voordat je dat weer strak passen hebt geschuurd. Pffff, echt niet grappig.

Maar goed, ook dat is achter me.
Bij de midden verbinder:
En de buiten verbinders:
Om de binnenste twee liggerdelen hoeft alleen nog per verbinderhuls een carbonwikkeling, en natuurlijk de hardpoint voor de bouten. Die laatste moet ik nog maken.
Nu de schuimkernen voor de vleugel klaar zijn, en de ligger groeit, wordt het tijd om verder te kijken. Wat hersenspinsels:
De vleugel moet aan de romp worden geknoopt. Dat betekent nadenken over:
1) Verbinding romp/vleugel (bouten/vorm gesloten)
2) vleugeloplegging vorm (pylon/schouder etc.)
3) Onder welke hoek hang je de romp onder de vleugel.
1) Verbinding romp/vleugel:
Wat verlang je van een verbinding als die van romp/vleugel. Allereerst dat de romp en vleugel bij alle manoeuvres aan elkaar vast blijven zitten. Zowel in de trekrichting op de boutverbindingen (looping) als bij hard rudder. Verder zou het lekker zijn dat bij een te harde landing de verbinding los springt en geen beschadiging aan vleugel en of romp ontstaat.
Daarom kies ik voor 6x M6 kunststof bouten. Dat zou toereikend moeten zijn voor trekbelasting (looping). Van de 6 bouten komen er 4 geplaatst direct om de ligger. Twee andere plaats ik in de buurt van de flaps. Dunnere bouten zouden op die plek volstaan, maar op het veld is het praktisch om maar 1 imbussleutel te hoeven gebruiken. Om draaien van de vleugel op de romp (hard rudder) te voorkomen wil ik een vormgesloten passing maken.
2) Vleugeloplegging:
Zeg ik nu niks over. Kan nog alle kanten op. Gelukkig, er blijft nog wat te wikken en wegen over!
3) Romp/vleugelhoek:
Een compromis, nog niet 100% definitief. Maar het is wel handig langzaamaan naar een resultaat toe te werken.
Ik maak de keuze gebaseerd op verwachtte toepassing, en het gebied waar de invloed van de romp het meest telt. Deze afbeelding helpt me daarbij:
(bron:
Drag of Linkages)
Het blauwe vakje in de afbeelding geeft aan waar de romp veel invloed heeft. Onder de Cl 0,45 neemt die invloed hard toe. Daarboven is er wel invloed van de romp, maar speelt geïnduceerde weerstand de grootste rol.
Ik bouw geen F3B zwever. Erg lage Cl's zullen niet met regelmaat gevlogen worden. (<0,10) En als ik dat al doe, is het alleen maar voor de lol, en hangt er geen positie in het klassement vanaf.
Om het achterover hangen van de romp te beperken bij cruise en thermal lijkt het me handig de romp goed in de stroming te hebben liggen bij een Cl van rond de 0,15. Dat is ook het punt waarop de speedstand van de vleugel effectief wordt. En dat wil ik gebruiken om tussen thermiekbellen te scheuren. Wat ik wel graag doe.
De romp ligt dan redelijk gunstig in een gebied van 20-30m/s. Gebruikmakend van flapinstellingen cruise/speed.
Als ik geregeld serieus harder had willen vliegen, dan had ik ook een profiel met minder welving moeten nemen. Die is nu 2,3%. Wil je meer knallen, dan had ik tussen de 1,7-2% moeten zitten. (misschien voor de volgende zwever..

)
Wat plaatjes, als eerste cruise, bij Cl 0,65:
De stroming/wind moet je je exact horizontaal voorstellen. Dan zie je dat de romp wat achterover hangt. Maar zoals je in de afbeelding over weerstandsverdeling kunt zien speelt de geïnduceerde weerstand een grotere rol bij deze vliegsituatie dan de rompweerstand. (al is de geïnduceerde weerstand bij een spanwijdte van 5,5mtr verhoudingsgewijs weer kleiner.)
Bij thermiek, nog meer achterover hangen:
Je denkt wellicht, zo hangt mijn zwever er nooit bij in de thermiek. Schijn bedriegt... Dat is een kwestie van snelheidsvectoren. Als je gemoedelijk met 9m/s door een thermiekbel vliegt die met 1,5m/s stijgt, dan heb je ten opzichte van de horizon een stroming van 10,5°. Laat dat nou de invalshoek bij hoge Cl's zijn, en je romp is ten opzichte van de horizon zo'n beetje vlak..
En dan de speedstand:
Hier ligt de romp redelijk vlak in de stroming, hier bij Vx 31m/s. Vlieg je iets langzamer, dan komt de romp vlakker. Het is één compromis...
