Die "rare" hekgolf wordt veroorzaakt door aan de hoge kant een kortere waterlijnlengte. Aan de lage kant is die lengte een stuk groter en vloeit het water veel beter af. Maximale snelheid kun je berekenen met de formule 4,5 x Wortel waterlijnlengte= snelheid in km/uur. Als voorbeeld, een schip met een waterlijnlengte van 9 meter heeft een theoretische rompsnelheid van 4,5 x 3 = 13,5. Reken voor de aardigheid maar eens uit scheelt door er een halve meter aan toe te voegen of er af te halen. Wat ook wel eens wil helpen tegen het scheef gaan is de schoot van het grootzeil iets losser te zetten. De spanning op het achterlijk kan ook problemen geven bij het optimaal los laten van de wind. Schoten zoveel vieren dat het achterlijk net begint te killen (klapperen). Dan weer een heel klein beetje aanhalen. Heeft me best wel even gekost om dat met een 1:1 zeilboot goed in de vingers te krijgen. Resultaat: minder helling en meer vaart. Sturen hoor je in hoofdzaak met de zeilen te doen. Zodra je roer uit het midden gaat begint die ook te remmen. Ja, ik weet dat je soms net te hoog aan de wind vaart om de boei aan de goede kant te kunnen ronden. Maar dat kost je dan wel snelheid. Gr. Klaas.