Ik zal eens proberen de kit scale regels beetje uit te leggen. De schuingedrukte delen zijn een letterlijke vertaling van de reglementen.
De basis is dat iedereen mee kan doen die een kitje koopt, deze in elkaar zet, en ermee gaat vliegen. De modellen worden statisch gejureerd en vliegend. Geen vrees het statische deel is minder ingewikkeld dan je zou denken. Het vliegen gebeurd over 4 rondes, voor een jury.
Ok het model zelf.
De klasse is open voor elk schaalmodel gebouwd van een commercieel verkrijgbare kit. Het commerciële is erg belangrijk, dus denk aan Guillows, Veron, Easybuilt, enz.
Maximaal gewicht van 200 gram
Maximale vleugelbelasting van 15gr/dm2, dit is om te voorkomen dat de modellen te hard vliegen voor indoor.
Aandrijving rubber, Elektro of CO2. Er mag een keus gemaakt worden maar de modellen vliegen wel allemaal samen.
Modellen van zweefvliegtuigen zijn goedgekeurd voor deze wedstrijd, ze mogen worden gelanceerd op elke manier die past bij het gemodelleerde vliegtuig. Een enkele helper mag assisteren bij de lancering. Als je deze modellen als kit kan vinden mag dit dus.
Er is geen verklaring over naleving vereist van de deelnemer, maar de jury behoudt zich het recht voor om elk model waarvan zij vermoeden dat het overgewicht heeft, te wegen en uit te sluiten. Je hoeft dus niet te verklaren hoeveel het model weegt e.d
Modellen kunnen worden gebouwd uit kitonderdelen of uit eigen hout van de bouwer, maar het kitplan moet worden verstrekt als authenticatie. De bouwtekening is dus onderdeel van je documentatie. Bewaar m dus goed of maak een kopie.
Een ander materiaal dan dat in de kit wordt geleverd, mag worden gebruikt voor het bedekken en voor het aanbrengen van kleur en markeringen. Dus als je betere bekleding hebt liggen mag je die gebruiken. Ook bijvoorbeeld het zelf printen van decals is toegestaan.
De enige toegestane wijzigingen ten opzichte van de originele set zijn die welke verband houden met het monteren van een alternatieve stroombron, een vervangende propeller (ook voor rubber), wielen en het verplaatsen van de achterste motorpen voor modellen met rubberaandrijving. Lijkt me helder. Wijzig je veel meer dan zie je straks wat daar mee gebeurd. Het stukje wielen komt voor uit dat je een onderstel mag bouwen als deze niet is meegeleverd.
De minimaal vereiste documentatie is het originele (of fotokopie) plan van waaruit het model is gebouwd en één foto, tekening of schilderij (bijv. Box art) van het gemodelleerde vliegtuig of een soortgelijk vliegtuig uit hetzelfde tijdperk om het algemene kleurenschema te authentiseren en markeringen. Dus maak je letterlijk het model na zoals die op de doos staat, bewaar dan de doos of de foto op de doos en lever die aan.
De filosofie verschilt van andere schaalklassen doordat modellen worden beoordeeld op authenticiteit en nauwkeurigheid van het kitplan in plaats van absolute nauwkeurigheid van foto's en 3 weergaven.
Er worden punten toegekend tot een maximum van 100 om de kwaliteit van het vakmanschap en het karakter van de modellen als volgt weer te geven:
(a) Workmanship (finesse, accuracy to plan, warps, neatness of covering etc)...(60%)
(b) Authenticity of Colour Scheme & Accuracy of Markings (if present) .............. (20%)
(c) Overall Character ...........................................................................................(20%)
Dit wordt meestal gedaan door alle modellen samen te voegen en dan wordt er gekeken welke t mooiste is en welke t minst mooi (elk schaalmodel is natuurlijk mooi). Dus mooi en netjes bouwen is belangrijk, gewoon 100% de tekening volgen. Er is wel een kleine maar:
Verwacht wordt dat de meeste modellen een gekleurde tissueafwerking zullen hebben met geverfde, bedrukte, transfer- of tissue-markeringen. Volledig geverfde modellen of modellen met uitgebreide computer gegenereerde kleurenschema's worden niet uitgesloten, maar er worden 5 punten afgetrokken van hun statische score. 5 punten worden ook in mindering gebracht voor elke significante afwijking van het oorspronkelijke ontwerp anders dan hierboven toegestaan of gespecificeerd op het plan. (Typische aftrekkingen zijn onder meer: verhoogde tweevlakshoek, afzonderlijke stuurvlakken waar deze niet op het plan worden weergegeven, enz.) Bestudeer dit heel goed. Dit is ter beoordeling van de jury, zijn allemaal ervaren mensen binnen het jureren en ook zelf bouwers of veel betrokken bij het bouwen e.d. Als je nou twijfelt over zaken vraag het dan. Het is geen officieel kampioenschap o.i.d (behalve F4F). In F4F peanut kun je Nederlands Kampioen worden.
Het vliegen zelf, het model moet zo mooi mogelijk vliegen en minimaal 10 seconden. Dit wordt bijgehouden door een jurytijdwaarnemer. Er wordt gewerkt met een schema van volgorde en de namen worden omgeroepen op het moment zelf. Je krijgt 4 vluchten vaak verdeeld over 2 dagen binnen de wedstrijd in Nijmegen. Helaas is het niet mogelijk, mocht je maar 1 dag komen vliegen, de andere 2 rondes ook die dag te doen. Dit kan een voordeel geven ten opzichte van de anderen als de omstandigheden erg goed zijn die dag. Ja want zelfs in de zaal heb je invloeden van het weer buiten.
Er wordt bij het vliegen gekeken naar de volgende zaken: Voor elke onderdeel kun je tussen de 1 en 10 punten krijgen. De K factor is niet zo boeiend bij deze klasse die is toch 1 bij alle.
(a) Take-off ........................................................................................................... K = 1
(b) Initial Climb.......................................................................................................K = 1
(c) Cruise………………………………………..........................................................K = 1
(d) Descent and Landing Approach.......................................................................K = 1
(e)Quality of Landing ............................................................................................K = 1
(f) Realism in Flight (speed, ‘sit’, stability and character) .....................................K = 1
Dus je start, gaat het model hard omhoog of heel lafjes na 4 rondjes rijden pas.
Dan het klimmen, dus binnen een seconde aan het plafond of gewoon netjes omhoog.
Dan de kruisvlucht, netjes en stabiel niet te krap niet te ruim. Wat je nog wel s ziet is dat de modellen krap draaien en door hun eigen Wake vliegen. De zaal is echt groot in Nijmegen dus ruimer vliegen is beter dan krap.
Aanvang landing en daalvlucht. Gewoon netjes, wat je nog wel s ziet dat t model letterlijk uit de lucht valt als de energie op is.
Kwaliteit landing is erg belangrijk, net als een echt gewoon hop aan dek en stukje uitrijden. Lang doorrijden wordt wel bestraft. Net als stuiterend landen of een koplanding. Alhoewel bepaalde pre WW I kisten dat sowieso wel deden. Zoek de Hergt Monoplane maar eens op die had een soort rolkooi.
En realisme wordt vergeleken met het echte vliegtuig. Een WW I kist vliegt langzaam en wat overtrokken, een racer vliegt snel en vlak. Banking van jagers ten opzichte van netjes recht vliegen van een Piper Cub bijvoorbeeld. Slippend vliegen is ook veel voorkomende. Daar wordt rekening mee gehouden dus.
Als er meer vragen zijn dan hoor ik dat graag.