2 tips over dit soort kleine ketels.
1) bij roodkoperen ketels met zilver gesoldeerd is het waterpeil minder belangrijk dan bij de grotere (stalen) kolengestookte ketels.
De reden is dat het relatief dikke koper de warmte goed geleid, zelfs als de bovenkant van de vlambuis droog komt te staan dan gaat er niets kapot, de warmte wordt naar de onderkant geleid.
(vergelijk de brander maar eens met de brander waarmee je de ketel moet solderen, die is echt 10 keer zo groot!)
Dat van dat waterpeil is een goeie, daarvoor dank, al weet ik niet 100% zeker of deze ketel van roodkoper is. Hij zou ook zomaar van messing kunnen zijn.
Ik zie een behoorlijk kleurverschil tussen de zachte koperpijp van Regner en het materiaal van de koppelingetjes en snijringen van Regner, maar aan de andere kant zie ik geen kleurverschil tussen de appendages van de ketel en de appendages zoals Regner die verkoopt.
Maar toch... laag ketelpeil is iets wat er met 30 jaar werkervaring nogal diep in geramd is.
2) bij de Action shop verkopen ze gasflessen voor kooktoestellen met 100% butaan, die hebben wel een bajonet aansluiting maar op Ali Express zijn voor een paar euro adapters daarvoor te koop.
Succes Willem
Deze brander doet gewoon te weinig op Butaan, dan hou ik geen stoomdruk over. Beter gezegd: het regelkraantje is er niet op berekend, en ik weet niet of dat aan te passen is.
Het liefst zou ik gewoon puur propaan stoken, dan heb ik ook een constante vlam en voldoende vermogen, en terugregelen kan altijd, maar opregelen terwijl er geen druk is, is een onmogelijkheid.
Aan de andere kant is het dan ook weer zo, dat een teruglopende gasdruk enerzijds als een nadeel ervaren kan worden, anderzijds een prettige indicatie is dat het gas bijna op is en ik terug naar de kant moet. Een puur gas (of dat nu Butaan of Propaan is doet er niet toe) resulteert in een constante vlam die als het gas op is, zonder waarschuwing uit gaat. En dat vind ik eigenlijk ook wel weer een geruststellende gedachte.
En dan over tot de orde van de dag:
Vandaag een ANDERE test gedaan, meer gericht op het checken van de curve van de voedingpomp.
Na opstoken een timertje op 1 minuut er bij gelegd, en om de minuut van toerental wisselen. Half, "kruissnelheid" (het testtoerental uit voorgaande tests), terug naar half, minimum, half, kruissnelheid, etc etc met zo nu en dan ook een minuut volle kracht of directe overgang van vol naar minimum of vice versa.
M.a.w een stookgedrag wat naar ik hoop redelijk het echte varen representeert, maar in ieder geval om de minuut een lastwisseling.
Ik kon op deze manier 50 minuten vaartijd halen uit één voedingtank zonder bijvullen, bij een gasverbruik van ruwweg 40 gram (beginvulling 50 gram), en eigenlijk tot het einde toe een "regelende vlam", ofwel voldoende gasdruk, voor minimaal kruissnelheid.
Na 20~25 minuten zag ik wat doorslag in het cndensaatfilter, maar gek genoeg klaarde dat ook weer op, en aan het eind van de test was het resterende water in de warmwaterbak toch wel min of meer helder. Het ketelwater aan het eind van de test ook.
Na 30 minuten was het wel noodzakelijk de olieafscheider te legen, dus dat is nu het volgende punt van aandacht: het minimaliseren van de hoeveelheid condensaat in die afscheider (ik denk hier goede winst te kunnen boeken met een isolatiemantel), OF een methode om dat vuil af te kunnen voeren, OF domweg de inhoud van die afscheider te vergroten.
Hoe dan ook: de mijlpaal van 50 minuten vaartijd op één vulling is bereikt, nu nog de "50 minuten zonder pitstop"...
En aangezien dit keteltje geen fatsoenlijke spuiafsluiter heeft, heb ik maar even een soortement van "hockeystick" uit roodkoper gebogen, waarmee ik precies tot op de bodem (onder de vuurgang) kan komen, en daarmee krijg ik de ketel nagenoeg 100% droog. Hele verbetering qua schoonhouden van de binnenkant, denk ik.
Verder, voor wat het waard is: de machine heeft ondertussen volgens de draaiurenteller 32 uur in de boot gedraaid, en vrijwel al die uren zijn met de schroef in het water (dus belast) geweest. Ik zie héél lichte loopsporen in de kruishoofd leibanen, maar meer ook niet, en de machine draait gewoon zoals hij draait.