Zoal beloofd hierbij de argumenten van Ab Hoving voor de rechthoekige poorten. De tekening waar hij zich onder andere op baseert komt uit het twee-delige boek over de Vasa van Wolfram zu Mondfeld die deze op zijn beurt heeft van Eva Maria Stolt, die deze in dienst van het Vasa-Museum waar ze werkte tot haar pensionering, heeft gemaakt.
Van een groot aantal poorten is inderdaad te zien dat deze hoewel schuin staand toch rechthoekig zijn en de zijkanten niet verticaal staan. Verder schrijft hij hierover:
"Ik heb altijd geprobeerd schepen te begrijpen vanuit het standpunt van de bouwer. Als je weet uit de literatuur dat er pas poorten werden aangebracht als de dekbalken van het bijbehorende dek er lagen, dan moet het iedereen duidelijk zijn hoe de vork in de steel zit. Wie wil nou een poort waarvan de ene kant hoger ligt dan de andere? En wie wil nou allerlei rare fratsen uithalen om toch maar vooral verticale zijkanten te houden? En vooral: waarom?
Rest nog op te merken dat de dekken bij de 7 Provinciën nagenoeg vlak lagen, dus het verschil is minimaal, maar het is toch wel aardig het achterliggende principe te begrijpen."
Dit citaat uit een eerdere mail had ik geloof ik al eens eerder geplaatst maar herhaal ik dan maar voor de compleetheid:
"Laat sowieso de illusie varen dat je ooit een 100 % correct model van wat dan ook kunt maken. Zelfs de meest waarheidsgetrouwe afbeelding zal nooit meer zijn dan een moment uit het bestaan van het voorbeeld.
Maar laten we de filosofie even laten voor wat hij is. Je argument was onder andere dat de zijkanten van je poorten misschien niet helemaal verticaal zouden staan. Dat moet ook niet. De poorten werden (letterlijk) gehakt nadat het onderste dek was aangebracht. De onderkanten van die poorten werden parallel gelegd aan het dek, dat bijna per definitie glooiend was. Om dan een vierkant luik te blijven krijgen (en vierkant waren ze), moesten de zijden van de poort meekantelen. Dat valt je zo haast niet op, maar bestudeer de tekeningen van de Vasa maar eens en je zult zien dat het zo is. Niemand heeft gezegd dat de zijkant van een poort samenvalt met de zijkant van een stut of oplang. Ik heb op de Vasa poorten gezien die duidelijk aan de zijkanten met een klos waren aangevuld omdat op die plaats even geen verticaal hout was te vinden. Geen probleem voor de bouwer, hij voegde gewoon hout toe waar dat nodig was."
Ik heb in deze niet echt een eigen standpunt omdat ik me tot nu toe onvoldoende heb verdiept in de bouwmethoden van de 17e eeuw.
Wat ik tot nu toe vergeten ben is zijn mening te vragen over het werk van Otte Blom. Ik denk dat ik de strekking wel kan raden, als ik naar de precieze regelmaat in Blom zijn tekeningen kijk, bijvoorbeeld bij de plaatsing van de poorten. Deze exacte regelmaat was er in werkelijkheid gewoon niet.
Groet,
Ad