Hardsolderen
Hardsolderen van staal
Staal, zoals staal van schroefdraadtappen kan met zilver hardgesoldeerd worden.
Zilver 55% omdat deze bij 620 graden Celsius begint te smelten en bij 650 begint te vloeien. 650 graden Celsius is voor een verbinding een vrij lage temperatuur.
Bij hardsolderen vloeit er al soldeerwarmte buiten de soldeernaad.
Dit is ook nodig om een warmte overgangszone te creëren die verlopend in temperatuur is. Deze overgangszone met in haar midden de soldeerplek voorkomt spanningsverschillen in het staal bij het afkoelen dat dan weer kan leiden tot breuk van het staal.
Zo’n overgangszone kan 4 tot 5 maal de diameter of dikte van het staal zijn.
Om verlies van snijvermogen te voorkomen door het verwarmen/ontlaten van het gehard staal gebruikt men warmte blokkers. Deze zorgen dat niet het hele werkstuk warm gaat worden.
Is de soldering gelukt wordt de soldeerplek nog even mooi gelijkmatig na verwarmd. Afkoelen van de soldering moet zo langzaam als mogelijk gebeuren.
Lassen van tappen,
Deze tappen kunnen ook gelast worden.
Bij het lassen moet dan voor en na verwarmd worden.
Aanlassen van metaalboren,
Een metaalboor heeft meestal een schacht
waarmee de boor ingespannen wordt die ongehard is.
Als de spiraal koud gehouden wordt kan de schacht aangelast worden.
Ook hier geldt, langzaam afkoelen.
Hardsolderen is ook heel goed mogelijk.
Gietijzer hardsolderen.
Dit kan men het zelfde doen als staal.
Hierbij is ruim voor en na verwarmen zeer belangrijk.
Als toevoegmetaal kan zilver, brons, messing..
Gietijzer lassen.
Gietijzer lassen doet men met hier voor bestemde laselektroden.
IJzer nikkel legeringen zoals FENI 60/40 zijn zeer goed bruikbaar.
Dan zijn er nog meerdere elektroden die goed bruikbaar zijn.
Vaak hebben deze electroden nikkel en soms chroom in zich.
Voor en na verwarmen.
Dit is bij ijzer gelegeerde metalen zoals RVS, staal, gietstaal en gietijzer zeer belangrijk. Deze metalen zijn vrij slechte warmte geleiders.
Tot zo ver
Maar vooral,
Veel modelbouwplezier,
Willum
Hardsolderen van staal
Staal, zoals staal van schroefdraadtappen kan met zilver hardgesoldeerd worden.
Zilver 55% omdat deze bij 620 graden Celsius begint te smelten en bij 650 begint te vloeien. 650 graden Celsius is voor een verbinding een vrij lage temperatuur.
Bij hardsolderen vloeit er al soldeerwarmte buiten de soldeernaad.
Dit is ook nodig om een warmte overgangszone te creëren die verlopend in temperatuur is. Deze overgangszone met in haar midden de soldeerplek voorkomt spanningsverschillen in het staal bij het afkoelen dat dan weer kan leiden tot breuk van het staal.
Zo’n overgangszone kan 4 tot 5 maal de diameter of dikte van het staal zijn.
Om verlies van snijvermogen te voorkomen door het verwarmen/ontlaten van het gehard staal gebruikt men warmte blokkers. Deze zorgen dat niet het hele werkstuk warm gaat worden.
Is de soldering gelukt wordt de soldeerplek nog even mooi gelijkmatig na verwarmd. Afkoelen van de soldering moet zo langzaam als mogelijk gebeuren.
Lassen van tappen,
Deze tappen kunnen ook gelast worden.
Bij het lassen moet dan voor en na verwarmd worden.
Aanlassen van metaalboren,
Een metaalboor heeft meestal een schacht
waarmee de boor ingespannen wordt die ongehard is.
Als de spiraal koud gehouden wordt kan de schacht aangelast worden.
Ook hier geldt, langzaam afkoelen.
Hardsolderen is ook heel goed mogelijk.
Gietijzer hardsolderen.
Dit kan men het zelfde doen als staal.
Hierbij is ruim voor en na verwarmen zeer belangrijk.
Als toevoegmetaal kan zilver, brons, messing..
Gietijzer lassen.
Gietijzer lassen doet men met hier voor bestemde laselektroden.
IJzer nikkel legeringen zoals FENI 60/40 zijn zeer goed bruikbaar.
Dan zijn er nog meerdere elektroden die goed bruikbaar zijn.
Vaak hebben deze electroden nikkel en soms chroom in zich.
Voor en na verwarmen.
Dit is bij ijzer gelegeerde metalen zoals RVS, staal, gietstaal en gietijzer zeer belangrijk. Deze metalen zijn vrij slechte warmte geleiders.
Tot zo ver
Maar vooral,
Veel modelbouwplezier,
Willum